De Masai is een nomadenstam, ze kennen geen landsgrenzen. Het vee is het belangrijkst voor de Masai. Ze eten het vlees, drinken het bloed en melk, gebruiken de huiden voor huizen en hun botten voor bijvoorbeeld kammen.
Toen in 1840 voor het eerst blanken naar Kenia kwamen, ging het mis voor de Masai. Het was ontzettend droog, door de blanken kwamen er westerse ziekten naar de Masai en er brak runderpest uit. Veel Masai en hun vee vonden de dood. Ze werden daarop door verscheidene andere stammen aangevallen, wat door hun verzwakte status zelden een goede afloop kende. Hierdoor en door een herverdeling van de gronden door de Engelse bezetters, verloren de Masai het merendeel van hun land. De Masai staan nog steeds onder druk, doordat de regering van Kenia stukken grond bij nationale parken als Serengeti, Maasai Mara en Amboseli wil voegen.